Nieuw-Weerdinge ontstond in 1872 ten tijde van de verveningen als een veenkolonie ten noordoosten van het zanddorp Weerdinge.
Nieuw-Weerdinge bestaat uit lintbebouwing langs het Weerdingerkanaal, met halverwege het dorp een aantal nieuwbouwwijken. Het gebied dat ten noorden van Nieuw-Weerdinge ligt, wordt ‘De Vledders’ genoemd. Ten westen van het dorp ligt het Noordveen, dat loopt tot aan Weerdinge. Het gebied ten zuidwesten van Nieuw-Weerdinge heet ‘Het Siepelveen’, en aan de zuidoost kant ‘Het Roswinkelerveen’.
Omstreeks 1900 heette Nieuw-Weerdinge ‘Weerdingermond’, dat onder dezelfde naam op Gronings gebied doorliep en doorloopt naar Ter Apel. Het Weerdingerveen ter weerszijden van de veenkolonie besloeg toen een veel groter gebied. In dit Weerdingerveen werden in 1904 twee veenlijken gevonden, het zogenaamde paar van Weerdinge. Aanvankelijk werd verondersteld dat het een man en een vrouw betrof. Later onderzoek wees uit dat het om twee mannen gaat. Eén van de twee lijkt door geweld om het leven te zijn gebracht, getuige het gat in zijn borst. Van de ander is de doodsoorzaak niet bekend. Er werd geen kleding aangetroffen. Ze leefden in dezelfde tijd als het meisje van Yde, tussen 50 voor en 50 na Christus.